Bredase bedrijfsleven wil wel circulair, maar hoe dan?

Geschreven door
Geplaatst op

2 oktober 2024

De drempel om met circulair ondernemen te beginnen is hoog in het Bredase bedrijfsleven. En het milieu alleen is niet genoeg voor een eerste stap. “Bedrijven willen over alles nadenken, mits er een verdienmodel is.”

 Deze conclusie trekt Breda Circulair na een uitgebreid onderzoek naar reststromen onder vijftig agrifood bedrijven in en om Breda. Het afval van deze bedrijven die werkzaam zijn in de voedselketen is op allerlei manieren waardevol als grondstof voor nieuwe producten en voedingsmiddelen. Maar beseffen bedrijven eigenlijk wel dat ze waardevolle reststromen hebben en waar lopen ze dan tegenaan? Dat onderzocht Breda Circulair met BUas en AD Avans. Uiteenlopende bedrijven uit de agrifood sector zijn geïnterviewd, van een brouwerij tot een groenteverwerkingsbedrijf, tot retailers. Ook boerenbedrijven in de regio werden bezocht.

Vraag creëren

Naast het ontbreken van een verdienmodel, dat het grootste obstakel vormt, was het ontbreken van de logistieke keten de grootste drempel. Er bestaan in en om Breda simpelweg nog geen functionerende ketens of systemen van reststromen waarop bedrijven kunnen aansluiten. En dan wordt het lastig, gaven de ondernemers aan. “Er is niemand die zich meldt met behoefte aan onze restroom, en als er geen vraag is, waar moet je het dan aanbieden?”, vroegen ze. Een duidelijk signaal dat de markt nog tot ontwikkeling moet komen, volgens Paula Rijken, van Breda Circulair en initiatiefnemer van het onderzoek. “De vraag moet nog worden gecreëerd. Ondernemers willen wel, maar ze weten niet waar ze moeten beginnen.”

 Ook boerenbedrijven in en om Breda hebben nog een grote afstand tot circulaire reststromen. Rijken: “Veel boeren weten niet dat ze waardevolle reststromen hebben. Ze laten dat wat achterblijft na de oogst op het land liggen als bodemverbeteraar. Ze weten niet dat een deel van die reststroom al volstaat en dat andere delen waarde hebben door ze als grondstof voor andere producten aan te bieden. Maar welk deel dan moet achterblijven en welk deel ze kunnen aanbieden, dat weten ze niet. En ze kunnen het niet betalen om de kwaliteit van hun reststromen te meten.” Als voorbeeld geeft Rijken een geïnterviewde aspergeboer: “Hij weet dat in zijn reststroom asperginezuur zit, een waardevolle stof voor veel gezondheidsproducten. Maar hij heeft geen idee waar en hoe hij moet beginnen.”

Een foodhub dan?

Zou een lokale foodhub dan misschien de boel in beweging kunnen brengen? Een centrale plek waar de logistiek wordt georganiseerd, waar de reststromen worden aangeboden en bedrijven met vraag ernaar terecht kunnen? Ook dit onderzocht Breda Circulair, samen met Urban Living Lab Breda. Een stuk of tien foodhubs werden bezocht door studenten van de Minor Urban Innovation en gevraagd naar hun sleutels tot succes. Duidelijk werd dat de gemeente of provincie aangesloten moesten zijn met steun in de vorm van ruimte of financiën, dat ook het onderwijs erbij betrokken moest zijn en dat ook grote bedrijven mee moeten doen in een toekomstige foodhub. Voor Breda bleek het daarvoor te vroeg: “Daarvoor is aansluiting van grote bedrijven nodig en meer samenwerking,” zegt Rijken.

Het is dus nog een lange weg te gaan naar het doel van 2050: dan wil Nederland en dus ook Breda een circulaire economie zijn. Dat betekent dat er dan nauwelijks nog afval bestaat, dat producten en grondstoffen worden hergebruikt en dat er zoveel mogelijk duurzame hernieuwbare grondstoffen worden gebruikt. Die wereld is dus nog ver weg, niet alleen in Breda. Volgens de meest recente Integrale Circulaire Economie Rapportage van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) uit 2023 is er nog weinig vooruitgang geboekt richting de circulaire economie. Sterker, als we zo doorgaan met produceren en consumeren, wordt verwacht dat het mondiale grondstoffengebruik tegen 2060 zal verdubbelen, schrijft het PBL.

Start circulaire werkplaats

Kennis en samenwerking, die twee zijn nodig om te gaan versnellen, concluderen de onderzoekers van Breda Circulair. Zoals de circulaire werkplaats die Breda Circulair gaat opzetten met Urban Living Lab Breda. Rijken: “Nu moeten bedrijven zich schikken naar het onderwijsprogramma. Maar een circulaire werkplaats draait het om, dan haakt het onderwijs aan op vraagstukken uit het bedrijfsleven.”

 Deze week is er een subsidie aangevraagd en als die wordt goedgekeurd kan er meteen worden begonnen met de eerste fase, namelijk uitzoeken welke ondernemersvragen er leven en waar ze mee aan de slag willen. Ook kan er dan meteen een pilot van start gaan. Rijken staat in ieder geval te trappelen: “We moeten lokaal ondersteunen en regionaal samenwerken. Ik ben blij met iedere ondernemer die zich aansluit bij de circulaire beweging. Dat is misschien niet ambitieus maar wel de realiteit.”

Niet gevonden wat je zocht?

Stel jouw vraag

Het laatste nieuws

Alle nieuws items bekijken

Samen bouwen aan de stad van morgen

Kijk hoe jij kunt helpen

Iedereen kan meedoen. Of je nou student bent of onderzoeker, een bedrijf hebt, bij de overheid werkt of een buurtbewoner bent, jouw stem en ideeën zijn mega waardevol. Laten we samen bouwen aan de stad van morgen, waar iedereen thuishoort en zichzelf kan zijn.