Bericht

Deskundigen zitten ook in de buurt

Geplaatst op 16 maart 2021, 15:06 uur

Zeven tips van bewoners rondom het Erasmusplein

Met de nieuwe Omgevingswet moet je voortaan bij projectaanvragen aangeven hoe je bewoners betrekt en wat je met die input doet. Dat voorkomt bezwaren achteraf, is de gedachte. Als je je met je buurtgenoten goed weet te organiseren heb je straks dus meer kans om invloed uit te oefenen op je buurt. Maar, hoe doe je dat nou? En wat is ervoor nodig? Wil Bongers en Marion Pach, bewoners rondom het verloederde Erasmusplein in Blauwe Kei, weten het.

1. Begin gewoon
Wij wonen hier nu twintig jaar en ik denk dat er vanaf de jaren zeventig niks meer is gebeurd. Het is een versteend plein. Het zou een heel levendig plein kunnen zijn, maar dat is het niet. Het voelt wel als pijnlijk natuurlijk. Het doet iets met je zelfbeeld als je in een buurt woont waarvan een winkelplein er verloedert bij ligt. Je hebt iets nodig om het op gang te brengen en betrokken-heid binnen de buurt te organiseren. In de Blauwe Kei was een buurtcomité met een voortvarende voorzitter. Via het wijkblad zocht hij mensen die zich wilden inzetten voor het verbeteren van de buurt. Binnen een mum van tijd was er een enthousiast groepje mensen.

2. Sta op als kartrekker of wijs er één aan
Je hebt iemand nodig die tomeloze energie heeft, iedereen erbij houdt en de kar blijft trekken. Bij ons is dat Han Nieberg. Die heeft de buurtbewoners bij elkaar weten te brengen. Wij zijn inmiddels heel actief, maar wij vinden dit ook leuk. We hebben ook alle twee een volle baan dus het vraagt ook veel van ons. Het valt niet altijd mee om iedereen erbij te houden.

3. Zoek mensen in de wijk met specifieke kennis en ervaring
In elke wijk heb je wel mensen die precies dat kunnen inbrengen wat je nodig hebt. Ik ben zelf architect en ik kijk verder wanneer ik even een frietje ga halen op het plein. Ik denk dat in elke wijk wel mensen zitten die kennis hebben van groen of bebouwing, of van communicatie en pr. Die heb je wel nodig.

4. Houd het niet bij één keer
We hebben via het wijkblad eerst geïnventariseerd en geturfd wat er allemaal aan wensen leefde. Wat vindt de buurt nou eigenlijk van het plein en waar heeft ze behoefte aan? We hebben daarna samen met de buurt geschetst. Later mochten ze een blaadje inleveren bij de kapper en uit een paar opties hun voorkeur aangeven en opmerkingen erbij schrijven. Dan krijg je ook kanttekeningen terug; water trekt ratten aan. Of, wordt het geen hangplek? Voor ons maakt het niet uit, wij willen vooral een combinatie van goede ideeën.

5. Laat zien wat je met de input doet
Uit de inventarisatie kwamen drie varianten. Eentje met een accent op water, een meer richting groen en een die meer op ontmoeten is gericht. Alles wat er is geschetst met de buurt hebben we toen uitgewerkt op grote vellen. We hebben ook een boekje gemaakt dat je kunt openklappen.

6. Spreek de taal van de wethouder
Door de hele stad en ook de Blauwe Kei is een groen pad bedacht, het Groene Lint heet dat. Met koele paden en allerlei duurzaamheidsprincipes. Dat pad loopt over het plein. In onze eerste schetsen waar de wethouders naar kwamen kijken hadden we dat pad er ook doorheen getekend. En we hebben toen ook alle duurzame woorden in ons concept gebruikt: klimaat adaptatie, verkoeling, regenwateropvang. De wethouders waren toen heel enthousiast. Die hadden zoiets van, kom maar op.

7. Houdt de lijn met de gemeente kort en warm
Wij hebben als buurt het geluk dat we een buurtwerker toegewezen hebben gekregen. We zijn nu zo ver dat onze tekeningen binnen de gemeente zijn neergelegd bij de groen ontwerpafdeling. We hebben gevraagd of wij vooraf een gesprek mogen hebben met de ontwerper, om nog een keer goed de ideeën toe te lichten, zodat we mee kunnen denken in het proces. Dat is toegezegd. We hebben er vertrouwen in en tegelijkertijd blijft het ook afwachten wat de Gemeente werkelijk doet met je plannen.

Illustration
 
Deel dit: